Een vennootschap kan een lening aangaan om zich in de mogelijkheid te stellen, dividenden uit te keren aan haar aandeelhouders. De vraag die zich daarbij stelt: Zijn de interesten aftrekbaar als beroepskost? Duik even met ons mee in de bestaande rechtspraak.
Hof van Beroep te Gent
In 2018 oordeelde het Hof van Beroep dat de interesten van een dergelijke lening niet als een beroepskost opgemerkt wordt. Is daarmee alles gezegd? Uiteraard niet, de feiten waren hier van doorslaggevend belang. De vennootschap was een lening aangegaan om een superdividend uit te keren, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden waarin ze verkeerde.
Het Hof oordeelde dat er in die omstandigheden geen sprake kan zijn van een aftrekbare beroepskost. De interesten zijn immers niet gemaakt om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden (finaliteitsvoorwaarde).
Hof van Beroep te Antwerpen
Het Hof van Beroep te Antwerpen boog zich in datzelfde jaar ook over het vraagstuk rond de aftrek van interesten als beroepskosten. De vennootschap in kwestie was een lening aangegaan bij haar moedervennootschap, met het oog op de financiering van een kapitaalvermindering en een tussentijdse dividenduitkering. De vennootschap was van mening dat aan de finaliteitsvoorwaarde voldaan was. Zij was namelijk de lening aangegaan omdat zij over onvoldoende liquiditeiten beschikte om de kapitaalvermindering en dividenduitkering te kunnen uitvoeren in cash. Indien zij geen lening was aangegaan, diende zij immers activa te verkopen of een uitkering in natura te realiseren. Met het ontdoen van inkomsten genererende activa tot gevolg. Door de lening aan te gaan was dit niet het geval.
Het Hof stelde dat deze uitleg inderdaad zou betekenen dat de interesten als beroepskosten kunnen worden afgetrokken, MAAR dat de vennootschap haar argumentatie onvoldoende effectief bewees. Resultaat: geen aftrekbaarheid.
Hof van Cassatie
Volgens het Hof van Cassatie geldt voor een vennootschap die een lening aangaat voor de financiering van de betalingen die voortvloeien uit een beslissing tot kapitaalvermindering of dividenduitkering, dat deze de aan die lening verbonden interestlasten wél degelijk als beroepskost kan aftrekken. De vennootschap dient wél in concreto te bewijzen dat de interestlasten strekken tot het verkrijgen of het behouden van belastbare inkomsten. Dit betekent dat de vennootschap haar werkelijke intentie tot het verkrijgen of behouden van belastbare inkomsten moet aantonen.
Besluit = Bewijs
De loutere omstandigheid dat een vennootschap over onvoldoende liquide middelen beschikt op het ogenblik van de dividenduitkering en daartoe een lening is aangegaan, volstaat niet als bewijs dat de interestlast, die aan de lening is verbonden, als beroepskost aftrekbaar is. De vennootschap moet dus aantonen dat zij inkomsten genererende activa moet verzilveren als zij de lening niet zou hebben aangegaan.
Zin om bij Mon3aan te werken?
Bij Mon3aan zijn we altijd op zoek naar accountants om ons team aan te vullen. Wij blijven groeien en zoeken naar collega’s die samen met ons willen meegroeien. Bij ons is accountancy geen saaie job met ‘routinematige’ taken, maar juist een uitdagende job waarbij we zoveel mogelijk automatiseren, zodat jij je meer kan concentreren op de inhoudelijke vraagstukken.
Interesse? Ontdek snel al onze vacatures! Zit u in dit knoop met hoe u dit moet onderbouwen? Contacteer ons gerust! Mon3aan helpt u zwart op wit.