Op 19 augustus 2024 werd een wetsvoorstel ingediend door Anja Vanrobaeys (Vooruit) om een vermoeden van schijnzelfstandigheid in te voeren voor architectuurwerkers. Is dit een stap te ver?
Wat is schijnzelfstandigheid?
Een zelfstandige is iemand die zijn beroep uitoefent zonder arbeidsovereenkomst of statuut en dus niet onder het gezag van een opdrachtgever werkt. Maar als er een duidelijke hiërarchische relatie bestaat tussen de ‘zelfstandige’ en de opdrachtgever, dan is de autonomie ver te zoeken. In zo’n geval kan er sprake zijn van schijnzelfstandigheid, wat zowel bij een vennootschap als bij een eenmanszaak kan voorkomen.
Schijnzelfstandigheid is verboden om twee redenen: om zelfstandigen te beschermen tegen misbruik van een opdrachtgever en om sociale fraude te vermijden.
Criteria om de arbeidsrelatie te bepalen
De Arbeidsrelatiewet legt criteria vast om te bepalen of iemand zelfstandige is of eerder als werknemer beschouwd moet worden. Bepaalde sectoren hebben specifieke criteria vanwege het verhoogde risico op schijnzelfstandigheid.
✅ Wil van de partijen
De intentie van de partijen om als zelfstandige samen te werken moet duidelijk zijn en bij voorkeur expliciet in een contract worden vastgelegd. Echter, een contract alleen is niet voldoende – de praktijk moet overeenkomen met wat er op papier staat.
✅ Vrijheid in de organisatie
Een zelfstandige kan zijn werkuren en vakanties vrij inplannen. Als je echter ziekte moet melden of vakanties moet laten goedkeuren, dan loert schijnzelfstandigheid om de hoek.
✅ Controle en gezag
Moet je regelmatig en gedetailleerd rapporteren over de voortgang van je werk? Dit kan duiden op werkgeversgezag en een arbeidsrelatie.
✅ Argumenten in het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel kaart specifiek de problematiek van schijnzelfstandigheid aan voor zelfstandige medewerkers bij architectenkantoren. Het zelfstandigenstatuut zou in sommige gevallen leiden tot lagere lonen en een beperkter sociaal vangnet, zonder bescherming tegen misbruik.
Veel architecten worden na hun stage verplicht om als zelfstandige verder te werken, ook al hebben ze maar één klant, namelijk het architectenbureau waar ze fulltime werken. Dit resulteert in lage lonen en een gebrek aan sociale bescherming, wat bijdraagt aan een grote uitstroom in de sector.
Het wetsvoorstel stelt criteria vast om te bepalen of iemand werknemer of zelfstandige is. Indien meer dan de helft van de criteria niet wordt vervuld, wordt de arbeidsrelatie vermoed een zelfstandigenovereenkomst te zijn. Anders wordt een arbeidsrelatie als werknemer vermoed.
Wat staat er op het spel?
Hoewel het wetsvoorstel goed bedoeld is, kan het grote gevolgen hebben voor de bouwsector en de architectenkosten doen stijgen. Of verandert er misschien helemaal niets? Huidige zelfstandige architecten zullen hun statuut ter discussie moeten stellen, wat hun relatie met hun opdrachtgever onder druk kan zetten. En wat volgt daarna? Advocaten-stagiairs die ook verplicht zijn een zelfstandigenstatuut aan te nemen en vaak een hongerloon ontvangen?
Een wetsvoorstel zoals dit vraagt om een hervorming van hele sectoren en een mentaliteitsverandering. De invoering van een wettelijk vermoeden zet opdrachtgevers onder druk. Wij pleiten eerder voor een keuzerecht voor architecten, zodat de sector zich geleidelijk kan aanpassen aan de veranderende omstandigheden in plaats van verplicht een vermoeden van schijnzelfstandigheid te hanteren.
Conclusie
Zelfs met een uitgebreide lijst van criteria is het niet altijd duidelijk of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Een goed onderbouwd samenwerkingscontract helpt alvast discussies te vermijden, ongeacht of men als vennootschap of natuurlijke persoon werkt.
Mon3aan helpt je graag bij het opstellen of herzien van je contract. Neem gerust contact met ons op voor vrijblijvend advies.