Sinds januari 2025 zijn de regels voor jobstudenten veranderd. De aanpassingen hebben invloed op het aantal uren dat studenten mogen werken, de sociale zekerheidsbijdragen, het maximale bijverdienbedrag en de impact op kinderbijslag. In dit artikel zetten we de nieuwe regels voor jobstudenten in 2025 op een rij.
1. Meer uren: van 475 naar 650 uur
Studenten mogen sinds 2025 maximaal 650 uur per jaar werken onder het voordelige statuut van een studentencontract. Dit is een permanente wijziging die in maart 2025 is goedgekeurd door de Kamercommissie Sociale Zaken.
Voorheen lag de grens op 475 uur per jaar, na een tijdelijke verhoging naar 600 uur in 2023 en 2024. Deze tijdelijke verhoging werd eind 2024 stopgezet, maar is nu dus definitief aangepast naar 650 uur.
2. Sociale bijdragen en belastingen
Op de eerste 650 uur betaalt de student een verlaagde solidariteitsbijdrage van 2,71% en wordt er geen bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Werkt een student meer dan 650 uur, dan geldt de normale sociale bijdrage van 13,07%. Hierdoor wordt het loon netto lager.
Kort samengevat:
Vanaf het 651ste uur ➔ normale sociale bijdrage van 13,07%
Eerste 650 uur ➔ verlaagde sociale bijdrage van 2,71%
3. Hoeveel mag een student bijverdienen?
De verhoging van het aantal toegestane werkuren heeft ook gevolgen voor het bedrag dat een student mag verdienen om fiscaal ten laste te blijven van de ouders. Dit heeft directe invloed op de belastingen die ouders betalen.
Voor inkomstenjaar 2025 gelden de volgende maximumbedragen voor de grens van de netto bestaansmiddelen:
- € 4.100 voor studenten met gehuwde of wettelijk samenwonende ouders;
- € 5.930 voor studenten met een alleenstaande ouder;
- € 7.520 voor gehandicapte kinderen met een alleenstaande ouder.
Belangrijk om te weten:
- De eerste € 3.420 aan inkomen wordt niet meegerekend bij de berekening van netto bestaansmiddelen.
- Kinderbijslag, kraamgeld en studietoelagen tellen niet mee als inkomen.
- Onderhoudsgelden tellen wél mee als inkomen.
4. Wat is de impact op de kinderbijslag?
Studenten onder de 18 jaar: behouden altijd het recht op kinderbijslag, ongeacht hoeveel ze bijverdienen.
Studenten van 18 jaar of ouder:
- Bij maximaal 650 uur per jaar werken via een studentenovereenkomst, behoudt de student kinderbijslag en geniet hij/zij van verminderde sociale bijdragen.
- Werkt een student meer dan 650 uur met een studentencontract, dan vervalt het recht op kinderbijslag voor de betreffende maanden.
De oude regel van maximaal 80 uur per maand met een gewoon contract wordt niet meer bevestigd in de nieuwe wetgeving.
5. Student-zelfstandige: wat zijn de regels?
Studenten kunnen er ook voor kiezen om als student-zelfstandige te werken. Dit statuut moet worden aangevraagd bij een sociaal verzekeringsfonds en vereist dat de student voldoet aan bepaalde voorwaarden:
- Leeftijd tussen 18 en 25 jaar;
- Ingeschreven bij een Belgische of buitenlandse onderwijsinstelling;
- Ingeschreven voor minstens 27 studiepunten of 17 contacturen per week;
- Actief in een zelfstandige beroepsactiviteit.
Belastingregels voor student-zelfstandigen:
- Tot € 10.910 aan inkomsten (belastingjaar 2026) is er geen personenbelasting verschuldigd.
- Verdient de student meer, dan geldt een progressief belastingtarief.
- De eerste € 3.420 aan inkomsten wordt niet meegerekend als inkomen voor de berekening van sociale bijdragen.
6. Mogelijke aanpassingen in de toekomst
Hoewel de limiet van 650 uur nu definitief is goedgekeurd, wordt er in het nieuwe regeerakkoord gesproken over een mogelijke toekomstige verhoging naar 750 uur per jaar. Dit is echter nog niet definitief bevestigd.
Conclusie
De nieuwe regels voor jobstudenten in 2025 brengen belangrijke wijzigingen met zich mee. Het aantal toegestane werkuren is permanent verhoogd van 475 naar 650 uur per jaar. Dit biedt studenten meer flexibiliteit om bij te verdienen onder het voordelige statuut van een studentencontract. Studenten en ouders doen er goed aan om deze wijzigingen in acht te nemen bij het plannen van studentenarbeid in 2025.
